Doelmantechnieken voor managers

25-06-2021

Wacht rustig af

Managers en hun technieken. Mijn twee favoriete technieken zijn het meeuwperspectief en het dode paard. In het meeuwperspectief komt de manager aangevlogen, maakt veel lawaai, schijt alles onder en verdwijnt dan even snel als hij langskwam. Het dode paard blijft gewoon een dood paard, hoeveel vergaderingen je organiseert, of hoeveel motivatiespeeches je geeft. Of extra budget, of extra mensen, of extra tijd, ... het blijft een dood paard.

Aan dit rijtje van realistische managementtechnieken wil ik vandaag mijn doelmanperspectief toevoegen. Oorspronkelijk was de titel 'Met je rug tegen een paal', maar met een Portugees leger voor je neus kon dat te dubbelzinnig overkomen. Vuur!

Dus werd het motto: 'Wacht rustig af'. Geduld en kalmte zijn immers twee basiskenmerken voor een goede keeper, en dus ook voor een goede manager. Op basis van geduld en kalmte kan je volgens deze techniek je team het beste aansturen. Ik verklaar me nader.

Talent, branie en tactiek

In mijn jeugd was ik doelman bij KVV Vosselaar. Ik speelde bij een goede ploeg, met talentvolle spelers, waardoor ik als keeper niet altijd even veel werk had. We speelden enkele keren kampioen, en als we geen kampioen speelden, stonden we meestal ergens in de top drie.

We speelden niet enkel op talent, maar ook op branie. Op durf. Op eigen initiatief. Op verrassing. Op veerkracht. Op vriendschap. Op elkaar helpen. Op de vijand recht in de ogen kijken. Als doelman speel je daar een belangrijke rol. Je hebt geen angst, niet van de grootste of breedste tegenstander. Die rol je gewoon even op.

Naast talent en branie moet je ook een tactiek hebben. Als doelman - en dus ook als manager - zijn je tactische richtlijnen eigenlijk zeer beperkt:

  • als er een bal aankomt, dan pak je die
  • als we achter staan, dan gooi je de bal snel naar de rapste van de ploeg
  • als we voor staan, dan win je tijd
  • als we aanvallen, dan observeer je 
  • als we aangevallen worden, dan leid je de troepen

Deze tactiek is mijn eigen basistechniek als manager. Zo leid ik mijn teams, soms kleine, soms grote. En dat heeft een reden, want als doelman bij KVV Vosselaar was ik perfect gelukkig. Mijn groene trui en zwarte broek vol modder, een OXO tijdens de rust. Die te grote handschoenen waardoor je het nooit koud had. Met mijn rug tegen de paal, een voet opgetrokken om het zand tussen mijn stuts weg te stampen. Een riante voorsprong, nog geen bal moeten pakken. Geen zorgen voor de doelman. 

Vertrouw je team

Als manager moet je hetzelfde kunnen nastreven, met je rug tegen de doelpaal, geen zorgen, gewoon omdat je weet dat je team alles onder controle heeft en de klus zal klaren, met overigens uitstekende cijfers. Maar daarvoor moet je natuurlijk het nodige vertrouwen in je team hebben. We gaan niet hoogdravend doen. Dat doen doelmannen niet, hoog draven. Een doelman observeert en wacht het juiste moment af. En enkel op dat moment doet hij wat hij doen moet. De situatie oplossen.

En daar neem je als manager een voorbeeld aan.

Jean-Marie Pfaff

Een iconische doelman die zijn plaats in de geschiedenis verdient, is Jean-Marie Pfaff. Pfaff is niet enkel de man van de vele onmogelijke reddingen en de brede glimlach. Neen hoor, Pfaff nam als doelman zijn verantwoordelijkheid en schoot zo af en toe zelf een penalty tegen de netten van de tegenstander. Loeihard, zonder om te kijken. Zonder twijfel, zonder genade. Een held. Die ook zijn talen kende.

Van Jean-Marie Pfaff kunnen we als managers veel leren: zijn daadkracht, zijn drang tot prestatie, zijn efficiënte aanwezigheid, zijn vriendelijkheid, zijn constante hoge niveau, zijn moed, zijn durf, zijn talent om boven zichzelf uit te stijgen. Dat zijn prachtige eigenschappen die gebundeld werden in deze eenvoudige man. 

Jean-Marie eenvoudig? Hij vond de kraagreclame uit. Een genie is het.

Gianluigi Buffon

Het prototype van de perfecte doelman is zonder twijfel Gianluige Buffon. Buffon is zowel op als naast het veld een gentleman. Hij is vriendelijk maar kordaat, hij glimlacht maar kijkt recht door je heen. Hij is met één blik baas over het hele veld. Leuk om te weten: Buffon startte zijn carrière als middenvelder, maar wou op eigen initiatief in het doel spelen. Hij speelde eerst bij Parma en transfereerde nadien naar Juventus, niet vooraleer hij een zeer goede prijs bedongen had voor zijn oude club.

Buffon is een toonbeeld van trouw en vriendelijkheid. Hij staat achter zijn team, in moeilijke en mooie dagen. Hij stuwt zijn team naar een betere prestatie en staat pal als het team in de problemen komt. En dat altijd in volle concentratie, met die enigmatische glimlach op zijn lippen. Wat Buffon ons ook duidelijk maakt, is dat we niet perfect hoeven te zijn. Buffon deed immers ook wel eens een gokje op de uitslag van een tegenstander (maar nooit op zijn eigen ploeg, daar is hij voor vrijgesproken).

Xavier Waterslaeghers

Misschien wel de meest beruchte doelman in Vlaanderen is Xavier Waterslaeghers, sinds jaar en dag in elke heruitzending de doelman bij FC De Kampioenen. Waterslaeghers is het prototype van de slechte keeper, met een flesje bier scheef in zijn doel, altijd te laat, of het moest zijn om in de kantine te geraken. Waar hij onder de sloef van zijn vrouw terecht komt.

Een voorbeeld moet je als manager aan Waterslaeghers niet nemen, en dat zal hij bevestigen. Een manager is geen voetdweil en moet niet over zich heen laten lopen. Een manager heeft respect voor zichzelf, geeft respect en vraagt respect. Een goede manager staat met zijn twee voeten in de realiteit en hoeft niet als een idioot achter elke waan van de dag te lopen.

Theo Custers

Van Xavier Waterslaeghers naar Theo Custers is een kleine stap. Het is op dit moment nog steeds niet duidelijk wie wie geïmiteerd heeft. Maar feit blijft: Theo Custers is geen tv-figuur. Nog dramatischer: hij schopte het zelfs tot Rode Duivel. Op het wereldkampioenschap voetbal van 1982 stond hij in het doel tegen Polen. Met Jean-Marie Pfaff en Michel Preud'homme op de bank. We verloren met 3-0, na drie flaters van Custers. Deze match betekende het einde van zijn carrière bij de Belgische nationale ploeg.

Er zijn twee zaken die we van Theo Custers kunnen leren. 

  • Ken het spel waarin je meespeelt. Weet waarover het gaat. Ken de inhoud. Gebruik je intelligentie om iets te doorgronden, te begrijpen en toe te passen. Wees geen zak zagemeel op een bureaustoel.
  • Zonder in stijladvies te hervallen, moet je toch enige rekening houden met je voorkomen. Een dikke pens, een walrussnor en een vet accent mogen dan bij jou in de buurt hip zijn, op de werkvloer mag het soms iets meer afgelikt zijn. Smoking hoeft niet, maar een proper hemd moet toch kunnen.

Een hardnekkig misverstand 

Er zijn zoveel verschillende doelmannen als er managers zijn. Je hebt er goede en slechte, indrukwekkende en onhandige, vriendelijke en wat dommige, intelligente en idiote, rustige en voortvarende. Check bijvoorbeeld Michel Preud'homme, Bruce Grobbelaar of Geert De Vlieger. 

Hierdoor bestaan verschillende hardnekkige misverstanden over doelmannen. Het belangrijkste misverstand over de doelman is dat hij in het doel terecht is gekomen, omdat hij de slechtste voetballer van de hoop was. Voor mij was dat misschien zo, maar voor Buffon gold dat zeker niet. En voor Courtois alvast ook niet, dat dribbeltje tegen Ronaldo waar de 1-0 uit voortkomt, is daar het bewijs van.

Dat geldt ook voor de manager. In het moderne voetbal verwacht men steeds meer van de doelman. Hij moet zijn balletje kunnen mee trappen, zeker wanneer de tegenstander hoog druk zet op de verdediging. Als een manager weet waar zijn team mee bezig is, dan kan de manager bij grote druk op zijn team, zijn team ook op meer praktische wijze ondersteunen. Zo helpt de manager om de verhoogde druk op het team op te vangen en op te lossen. Als de druk verlaagt, kunnen de manager en het team terug tot de orde van de dag terugkeren.

Trek dus je vuile botten aan en stap mee in het moeras.

De kenmerken van een goed doelman

De doelman heeft een eigenzinnig profiel, een profiel dat hen onderscheidt van de rest van de ploeg. Als manager is het belangrijk om dit profiel te kennen, als inspiratiebron voor je eigen werk.

Ik overloop de belangrijkste even.

  • Een doelman is een beetje gek. Dat moet ook wel, als je als enige met je hoofd duikt tussen een spel dat met de voeten wordt gespeeld. Een trap tegen je kop is geen verrassing, een tegen je edele delen evenmin. Toch zie je geen doelmannen met helmen op hun hoofd, of met een tok tussen hun benen. Neen, want ze zijn een beetje gek, die doelmannen.
  • Ze staan met hun tanden bloot in het midden van de strijd, sturen hun team aan, brullen bevelen en delen de hardste klappen uit. Ze weigeren op hun knieën te gaan en houden het hoofd rechtop, ook als de tegenstander toch durft scoren. Ze zijn het betrokken buitenbeentje, ver genoeg verwijderd om genegeerd te worden, dicht genoeg om gerespecteerd te worden.
  • Een goede doelman houdt het spel in de gaten, ook als het zich aan de andere kant van het veld afspeelt. Hij is geconcentreerd op de bal en op het spel, ook als de tegenstander volledig overrompeld wordt. De minste uitbraak van de tegenstander heeft hij gezien. En dan staat hij klaar, op de juiste plaats, op het juiste moment. 

Voor de manager is het essentieel om te begrijpen dat ingrijpen wanneer het goed gaat, geen zin heeft. Je ploeg is in de aanval en weet hoe ze dat moet doen. Jij als doelman bent betrokken van op afstand. Je aanschouwt je troepen en zij voeren hun werk uit. Zolang er geen vuiltje aan de lucht is, wacht je rustig af. 

Loopt er iets mis, dan sta je recht. Je komt van je doelpaal af. Je handelt snel en kort, zonder tierlantijntjes, zonder show, gewoon afhandelen wat er moet gebeuren. Een doelman moet niet veel of snel lopen om efficiënt te zijn. Hou de tegenstander in de gaten, wat is zijn strategie, wat is zijn positie? Handel enkel om de strategie van de tegenstander te doorkruisen en zijn positie onschadelijk te maken. Werk doeltreffend zonder onnodige slachtoffers te maken.

En na de match sta je aan de toog.

Een laatste waarschuwing

Als manager de doelmantechnieken gebruiken, is een goede zaak. Maar er komt een waarschuwing bij kijken. Een doelman staat niet in het middelpunt van de belangstelling. Als je wint, wint je ploeg. Als je verliest, heb je een bal doorgelaten. Je bent niet de populairste en niet iedereen kent je naam. Je bent het buitenbeentje, betrokken, maar toch net iets anders.

Je bent het sluitstuk van een organisatie en lost de problemen op. Je stuurt de verdediging rechtstreeks aan, houdt contact met het middenveld en geniet van de successen van je aanvallers.

Je bent de man van weinig woorden, betrouwbaar, ogen op de bal. Je bent onzichtbaar, tot het moment waarop er problemen zijn. Dan sta je op en lost alles op, met een enkele beweging, een onverwachte zet … een geniale ingeving.

Of zoals Billy Ocean zong: ‘When the going gets tough, the tough get going.’

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin